Gebruik geen pesticiden
Home Pesticiden gebruiken Afwijking van verbod Procedure 1 - generieke afwijkingen

Procedure 1 - generieke afwijkingen

Procedure 1 bevat een lijst met generieke afwijkingen, waarbij bepaald wordt door wie en onder welke omstandigheden bepaalde pesticiden mogen gebruikt worden.

De generieke afwijkingslijst bevat een aantal soorten waarvan is gebleken dat alternatieve bestrijding heel moeilijk is. In de lijst worden voorwaarden opgesomd over waar, door wie, met welke methode en onder welke omstandigheden deze soorten chemisch bestreden mogen worden. Per soort is dus een pragmatische aanpak opgenomen om het probleem aan te pakken. Meestal is dit een geïntegreerde aanpak waarbij alternatieve methoden aangevuld worden met, in een bepaalde fase, het gebruik van pesticiden.

Zolang de voorwaarden gerespecteerd worden hoeft geen expliciete afwijkingsaanvraag ingediend worden.

Het productgebruik hou je wél bij. Als openbaar bestuur rapporteer je het pesticidegebruik vóór 1 april van het volgende gebruiksjaar met vermelding van het afwijkingsnummer dat in de lijst te vinden is.

Elk jaar wordt de lijst geactualiseerd op basis van nieuwe inzichten. De publicatie in het Belgisch Staatsblad vind je hier.

Soorten waarvoor een generieke afwijking geldt:

OPGELET

De bestrijding van de eikenprocessierups is niet langer  opgenomen op de generieke lijst. Wil je alsnog een biocide gebruiken voor de bestrijding, dan volg je de procedure P3 - Probleemsoort of Veiligheidsprobleem. Voor de eikenprocessierups is er een specifiek formulier.

 

Afwijkingsnummer

GL2024-01

Bestrijding van de bruine rat - Rattus norvegicus

Product

Rodenticides met als werkzame stof bromadiolone of difenacoum in 0,005%, die volgens de toelatingsakte geschikt zijn voor het bestrijden van de bruine rat buiten, in open terrein.

Deze rodenticides zijn alleen te kopen en te gebruiken door geregistreerde professionele gebruikers.

Omstandigheden

Afgeschermd uitgelegd in bakken of buizen. Alleen voor curatief gebruik na het vaststellen van ratten, in de omgeving van bewoning, kunstwerken of andere infrastructuur.

Alternatieve methoden

Preventief kunnen voedselvoorraden (compost, voederbakken,…) en de toegang tot gebouwen, leidingen en infrastructuur beter worden afgeschermd.

Vallen en klemmen bestaan in vele soorten.

Draag handschoenen bij het plaatsen van de klem om er geen geur op achter te laten.

Verantwoording

Het uitroeien van de rat in Vlaanderen is onmogelijk. Het effect van een bestrijding van bruine ratten is altijd tijdelijk en lokaal. Het bestrijden van de bruine rat op plaatsen waar geen schade kan optreden of geen hinder te verwachten is door het voorkomen van bruine ratten is niet efficiënt en niet zinvol. Het gebruik van rattenvergif zorgt ook voor vergiftiging van niet doelwitorganismen (bv. muizen) en er treedt  secundaire intoxicatie op van predatoren die vergiftigde ratten opeten.

Omdat de bruine rat drager is van pathogenen (zoals Leptospirose, Salmonella spp., Toxoplasma gondii en allerlei bacteriën, parasieten en virussen) is het chemisch bestrijden nog toegelaten in de omgeving van bewoning en infrastructuur. Bij het optreden van schade kan ook chemisch bestreden worden.

De bruine rat moet niet meer bestreden worden maar je mag de soort nog bestrijden wanneer je er overlast van ondervindt.

De niet-chemische bestrijdingsmethoden zijn niet altijd afdoende om een rattenplaag te bestrijden of te verhinderen maar in veel gevallen kunnen ze wel de inzet van chemische middelen beperken en zijn ze de eerste optie die ingezet moet worden.

Afwijkingsnummer

GL2024-02

Bestrijding van kolonievormende wespen - Vespidae

Product

Biocide met een toelating voor het bestrijden van wespen buiten gebouwen.

Omstandigheden

Alleen op plaatsen waar er als gevolg van de aanwezigheid van kolonievormende wespen een gevaar is voor mensen zoals op speelterreinen, aan gebouwen, …

De Aziatische hoornaar kan verder ook bestreden worden omwille van bescherming van biodiversiteit zonder gevaar voor mensen of wanneer er een gevaar bestaat voor bijenkasten met honingbijen van niet-professionele imkers.

Alternatieve methoden

Hoe vroeger op het seizoen, hoe eenvoudiger het is om de volledige wespenkolonie te vangen. Als de koningin vanaf begin april opgemerkt wordt, vang dan direct de koningin en haar nest.

Op kleine schaal is het mogelijk om wespenvallen te gebruiken. Dit zijn fuiksystemen waar wespen wel in maar niet meer uitgeraken. De lokstof is best zoet en waterig om aantrek en verdrinking van de wespen in de hand te werken. Zoete vloeistoffen met een beperkte hoeveelheid alcohol voldoen hier het best.

Niet te verwarren met hommels en bijen, die een beschermde status genieten.

Verantwoording

Bepaalde kolonievormende wespen kunnen agressief zijn. Vooral in de nabijheid van kinderen kan dit een gevaar betekenen.

De alternatieve methoden voor het verwijderen van wespen zijn niet zonder gevaar voor diegene die het wespennest verwijdert.

De Aziatische hoornaar is een invasieve exoot die bestreden moet worden. Gezien de kolonies ook kunnen voorkomen op plaatsen waar zij niet onmiddellijk een gevaar zouden vormen voor de mens kan die soort ook bestreden worden omwille van gevaar voor de biodiversiteit of wanneer een kolonie een bedreiging vormt voor honingbijen van niet-professionele imkers.

Afwijkingsnummer

GL2024-05

Bestrijding van de Japanse duizendknoop en andere uitheemse duizendknopen - Fallopia spec.

 

Product

Alleen injectie is toegestaan met een herbicide dat is toegelaten voor injectie van duizendknopen.

Omstandigheden

Alleen wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

(1) er gebeurt geen bladbehandeling;

(2) de aanbevolen bestrijdingsperiode loopt van 15 augustus tot en met 15 september;

(3) het product wordt gebruikt door middel van injectie (indien hiervoor erkend en alleen met gespecialiseerde apparatuur) en volgens de toelatingsvoorwaarden zoals opgenomen in de toelatingsvoorwaarden van het gebruikte product, te vinden op www.fytoweb.be;

(4) de bestrijding gebeurt met het oog op het lokaal uitroeien van de haard;

(5) de volledige groeiplaats wordt aangepakt om hergroei of herkolonisatie te vermijden. Voor groeiplaatsen die verspreid zijn over percelen van meerdere terreinbeheerders moet een gezamenlijke aanpak gegarandeerd worden

(6) er is niet meer dan één behandeling per jaar en er worden maximaal twee bestrijdingen met pesticiden uitgevoerd per locatie;

(7) na de bestrijding met pesticiden wordt de situatie gedurende een periode van minimaal 5 jaar opgevolgd en waar nodig worden overlevende fragmenten opgegraven en afgevoerd naar een erkende composteerder;

(8) na het nazorgtraject van 5 jaar kan de behandeling met pesticiden herhaald worden;

(9) de bestrijding gebeurt niet binnen een zone van 1 meter langs het oppervlaktewater.

Alternatieve methode

Inplanten met wilgen (natte standplaats) of hazelaar (drogere standplaats) kan zorgen voor een onderdrukking van Japanse duizendknoop.

Het uittrekken of uitsteken van volgroeide planten is haalbaar bij lage dichtheden, wanneer de soort nog geen groot areaal heeft ingenomen. De wortelstokken worden best mee uitgegraven.

Frequent maaien is heel intensief maar kan werken op arme grond. Mijd zeker klepelmaaien, die methode zorgt voor verspreiding van Japanse duizendknoop door het wegslingeren van plantenfragmenten zoals wortelstokken die mogelijk opnieuw kunnen wortelen.

Maaiafval – niet met gewoon groenafval – afvoeren  naar gespecialiseerd composteringsbedrijf of opslaan in lichtvrije verpakking. Dit om verspreiding van de soort te voorkomen.

Verantwoording

Deze niet-inheemse soorten van de duizendknoop kennen een enorme uitbreiding doorheen Europa. Op plekken waar ze voorkomen wordt de overige vegetatie weggeconcurreerd. Dit resulteert in een bedreiging voor de biodiversiteit. De groeikracht van de plant kan schade veroorzaken aan wegen en kunstwerken. Het grootste probleem voor alternatieve bestrijding is het ondergrondse deel van de plant. Ondergrondse stengels zijn moeilijk te verwijderen en als ze niet verwijderd worden, vormt zich een nieuwe plant.

 

Afwijkingsnummer

GL2024-07
Bestrijding van zwarte rat – Rattus rattus

Product

Rodenticides die volgens de toelatingsakte geschikt zijn voor het bestrijden van zwarte rat rondom gebouwen.

Omstandigheden

Afgeschermd uitgelegd in beveiligde lokaasdozen in de onmiddellijke omgeving (minder dan 1 meter) van gebouwen.

Alleen voor curatief gebruik na het vaststellen van ratten in gebouwen en na het vaststellen van schade.

Alternatieve methoden

Preventief kunnen voedselvoorraden (compost, voederbakken,…) en de toegang tot gebouwen, leidingen en infrastructuur beter worden afgeschermd.

Vallen en klemmen bestaan in vele soorten. Afgeschermde lokaasbakken met klemmen blijken het meest efficiënt.

Draag handschoenen bij het plaatsen van de klem om er geen geur op achter te laten.

Verantwoording

Het uitroeien van de zwarte rat in Vlaanderen is onmogelijk. Het effect van een bestrijding van zwarte ratten is altijd tijdelijk en lokaal.

Zwarte ratten zijn vooral te vinden in gebouwen met veel schuil- en nestplaatsen. Zwarte ratten zijn uitstekende klimmers. In tegenstelling tot de bruine rat is de zwarte rat geen goede zwemmer en treft men haar zelden aan in de nabijheid van water. Net zoals de bruine rat kan de zwarte rat bepaalde ziektes overbrengen.

Het gebruik van rattenvergif zorgt ook voor vergiftiging van niet doelwitorganismen (bv. muizen) en er treedt  secundaire intoxicatie op van predatoren die vergiftigde ratten opeten.

De zwarte rat moet niet meer bestreden worden maar je mag de soort nog bestrijden wanneer je er overlast van ondervindt.

De niet-chemische bestrijdingsmethoden zijn niet altijd afdoende om een rattenplaag te bestrijden of te verhinderen maar in veel gevallen kunnen ze wel de inzet van chemische middelen beperken en zijn ze de eerste optie die ingezet moet worden.

Afwijkingsnummer

GL2024-08
Ontsmetting van materiaal ter preventie van Chytridiomycose

Product

Desinfecteermiddelen die volgens de toelatingsakte geschikt zijn voor het ontsmetten van materialen.

Omstandigheden

Alleen wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

(1) toegepast voor het ontsmetten van materialen zoals fuiken, netten, laarzen, … die mogelijk in contact kwamen met besmet water;

(2) niet binnen een zone van 6 meter langs het oppervlaktewater;

(3) alleen als het gebruikte product de bodem niet kan verontreinigen door bijvoorbeeld het gebruik van een plastic zeil onder het te ontsmetten materiaal of het ontsmetten in plastic containers.

Alternatieve methoden

Volgen van het bioveiligheidsprotocol van het ANB voor chytridiomycose: het beperken van veldwerk in risicogebieden, het wegblijven uit bekende ziektehaarden, de routinematige ontsmetting van vangfuiken, het reinigen van schoeisel, dienstvoertuigen en boten, en het gebruik van een tweede set laarzen of waadpak bij het bezoeken van meerdere gebieden.

Verantwoording

Chytridiomycose veroorzaakt een grote sterfte onder inheemse amfibieënpopulaties. In het kader van monitoring en wetenschappelijk onderzoek blijven vangsten nodig. Om de verspreiding van de schimmel een halt toe te roepen moet het materiaal ontsmet worden. In het veld is dat enkel haalbaar doormiddel van het gebruik van ontsmettingsmiddelen op de gebruikte fuiken, laarzen, netten, ...

Document acties