Gebruik geen pesticiden
Home Bestrijdingsgids Ziekten en plagen in de siertuin zuigende insecten
Document acties

zuigende insecten

bladluizen1.jpg
Bladluizen

wolluis.jpg
Wolluis

trips.jpg
Trips

wittevlieg.jpg
Witte vlieg


Bladluizen zitten veelal in groepen bijeen en voeden zich bij voorkeur met jonge, groeiende plantendelen. De bladluizen scheiden een kleverige, suiker bevattende vloeistof uit (honingdauw), waarop soms zwarte schimmels groeien (roetdauw). Meestal zijn bladluizenplagen tijdelijk van aard. Een kolonie is erg gevoelig aan ziekten en gaat daar snel aan ten onder.

Aan houtige en groene plantendelen bevinden zich, ,vaak verstopt, de wolluizen. Ze zijn te herkennen aan een witte, poederachtige of draderige wasmassa. In die wasmassa worden ovale eieren afgezet. De wolluizen zitten meestal in groep bijeen. Door hun zuigen verzwakt de plant. Wolluis scheidt, net zoals de andere bladluizen, honigdauw af waarop zich een zwarte schimmel kan ontwikkelen. Wolluis is moeilijk te bestrijden: door hun verscholen leefwijze en hun wasbedekking zijn ze goed beschermd tegen natuurlijke vijanden.

Bij het zuigen van trips krijgen bladeren en bloesems felgele, later zilverachtige glanzende vlekken. Aan de onderzijden van het blad, op de bladnerven ontstaan verkurkte plekken, waarop ook uitwerpselen zichtbaar zijn. De planten worden in groei beperkt en sterk aangetaste bladeren vallen af.

Witte vlieg bevindt zich aan de onderzijde van het blad. Bij het aanraken van de plant, vliegen ze direct op. Ze beschadigen de plant door zuiging: de bladeren vergelen en verdrogen. De dieren produceren grote hoeveelheden kleverige afscheiding waarop zich een zwarte schimmel kan ontwikkelen.

Preventieve maatregelen

  • Gezonde en sterke planten hebben weinig last van luizen, trips en witte vlieg. Planten die lijden onder stress omdat ze niet op de juiste standplaats staan, vallen vaak wel ten prooi aan plagen.
  • Mieren onderhouden bladluiskolonies en zorgen voor bescherming. Een lijmband rond de stam zorgt dat mieren de plant niet in kunnen en natuurlijke vijanden beter hun werk kunnen doen.
  • Overbemesting maakt planten extra aantrekkelijk voor zuigende insecten.
  • Spuiten met een heermoesextract versterkt de plant. Gebruik 1 kilogram vers of 150 gram droog materiaal op 10 liter water. Laat 15 minuten koken en 12 uur trekken. Zeef en verdun 10 keer. Behandel de planten om de drie weken.
  • Oostindische kers (Tropaeoleum majus) is een vangplant voor zwarte luizen. Door het aanplanten van Oostindische kers lokt u zwarte luizen weg van het gewas.
  • Trek natuurlijke vijanden aan. Natuurlijke vijanden van luizen en andere zuigende insecten zijn: lieveheersbeestjes, zweefvliegen, oorwormen, schildkevers en wespen. Zorg voor voldoende voedsel voor deze vijanden door bloemen te planten die veel stuifmeel en nectar bevatten en al vroeg op het jaar bloeien.

Voorbeelden van vroege bloeiers zijn:

  • Prunus soorten zoals sleedoorn (Prunus spinosa), spirea soorten, Japanse sierkwee (Chaenomeles lagenaria),
    • Viburnum soorten zoals Gelderse roos (Viburnum opulus) en Gele kornoelje (Cornus mas).
    • Trek oorwormen aan door bloempotjes omgekeerd in bomen en struiken te hangen. Vul de bloempotjes met stro. Oorwormen houden zich hierin schuil en verslinden zo heel wat luizen.

Alternatieve bestrijdingmogelijkheden

  • In de handel zijn natuurlijke vijanden verkrijgbaar zoals de gaasvlieg (Chrysopea carnea).
  • Bestrijd een lichte aantasting door te spuiten met een zachte zeepoplossing of zelfs een krachtige waterstraal.
  • Bestrijd een lichte aantasting door te spuiten met een brandnetelextract. Brandnetelextract maakt u door 1 kilogram vers of 200 gram droog materiaal in 10 liter water te zetten. Laat 12 uur trekken. Zeef en verdun vijf keer. Om de vier dagen herhalen.